Skip to content
Menu

Blog

De boekentas van mevrouw Taekema

Een helder zonnetje schijnt door de half gesloten gordijnen naar binnen. Nellie Taekema werpt een blik op de wekker naast haar. Kwart over twee, tijd om op te staan. Ze slaat het boek met een klap dicht. Zo, uit. Sandra komt straks een nieuwe boekentas brengen, dus dat komt goed uit. Ze had een paar weken terug het eerste deel van de serie Zeven Zussen in haar boekentas gedaan. ‘Deze vind u ook vast leuk’, had ze gezegd. En inderdaad, het leest als een trein, nu heeft ze het tweede deel ook uit. Ze legt het boek op haar nachtkastje en stapt behoedzaam uit bed. Haar knieën kraken als ze de trap afloopt. Ze glimlacht om haar stijfheid. In de keuken zet ze de buitendeur open en blijft een moment in de deuropening staan, genietend van de zon op haar gezicht. De lente zal niet lang meer op zich laten wachten.

De boekentas die Sandra straks mee terug neemt staat al klaar op tafel, naast een stapeltje opgevouwen wasgoed. De tafel neemt het grootste deel van de kleine gedateerde keuken in beslag. Klein, maar wel gezellig en zeker groot genoeg voor haar alleen. Nellie zet een kopje thee en gaat op een keukenstoel in de deuropening zitten. Heerlijk.

Als haar kopje leeg is valt haar blik op het stapeltje wasgoed. Ze staat op, dit keer kraken haar enkels. Met het wasgoed in haar handen loopt ze terug naar haar slaapkamer, legt het in de kast en pakt het boek van het nachtkastje. Haar blik valt op de foto van haar man. Hij las ook alles wat los en vast zat. Net als zijzelf eigenlijk, van kind af aan.

Ze ziet zichzelf nog staan, week na week, met haar rugzak vol boeken, op de treeplank van de glimmende boekenauto. Altijd op zaterdagochtend, eerst met haar moeder, later alleen. Ze keek altijd uit naar dat moment. Haar vader maakte vaak hetzelfde grapje: ‘Tas, waar ga je met dat meisje heen.’ Gelezen boeken leverde ze voor in de bus in, bij de chauffeur. Ze bekeek dan op het gemak de rijen vol boeken waar ze uit kon kiezen. Ze koos er altijd zes uit.

Thuis aangekomen legde ze haar boeken op een stapeltje. Ze koos het boek met de mooiste kaft uit en ging er eens goed voor zitten. Ze ging meestal zo in haar boek op dat ze verder niets zag of hoorde. Haar ouders beloofden haar ondertussen stuivers, maar het ging volledig langs haar heen. Waar zij dan weer veel plezier om hadden. Een week later herhaalde het ritueel zich weer.

Nellie schrikt op uit haar gedachten. Hoorde ze nu iets beneden? Sandra? Nee, het lijkt toch stil. Voorzichtig loopt ze de trap af, het zware boek stijf tegen zich aangedrukt. Ze hoort haar enkels weer kraken, het klinkt ineens zo luid! Onderaan de trap blijft ze staan en luistert. Plotseling voelt ze haar hart bonzen. In de keuken gaat een lade zacht dicht.

Ze voelt woede opkomen en stampt de keuken in. Direct heeft ze spijt van haar actie. Er staat een lange magere jongen in de keuken, met een vreemde intense blik in zijn ogen. Kort, warrig haar, een blauwe spijkerbroek, donkere sweater. Hij ziet haar wel, maar reageert niet op haar, alsof ze er niet is. En gaat onverstoorbaar door met het doorzoeken van haar spullen. Ze ziet hoe haar portemonnee en telefoon in de zak van zijn sweater verdwijnen. Achter de jongen staat haar messenblok. Tranen schieten in haar ogen, de boosheid heeft plaatsgemaakt voor een verlammende angst. Seconden tikken weg.

Dan hoort ze buiten het tuinhekje opengaan. ‘Mevrouw Taekema, een boekentas voor u’, hoort ze Sandra zeggen. Nellie zegt niets. Ze voelt zweetdruppels over haar rug lopen en wacht af hoe de jongen reageert. Hij komt in beweging en loopt recht op haar af. Ze houdt het boek strak tegen zich aangeklemd. Alsof ze een voorwerp is die in de weg staat, duwt hij haar opzij en stapt naar buiten. Weg is hij.

Ze hoort Sandra praten, die nu naast haar staat: ‘Mevrouw Taekema, gaat het?’ Nellie voelt hoe een stoel tegen haar benen geschoven wordt en laat zich erop zakken. Het boek valt op de grond. Ze hoort Sandra de politie bellen. In Nellies hoofd herhaalt zich steeds dezelfde gedachte: ‘Wat als Sandra niet binnen gekomen was?’

Dit  is mijn allereerste korte verhaal. Ik heb het geschreven voor een schrijfwedstrijd van bibliotheek IJmond Noord. In het korte verhaal moest de boekentas van mevrouw Taekema voorkomen, verder was je vrij in het genre waarin je wilde schrijven. Er zijn 38 verhalen ingezonden. Ik behoor helaas niet tot de winnaars. Feedback van de jury was dat het spanning miste. De jongen was duidelijk gekomen om te stelen en niet om te moorden. Ook als Sandra niet gekomen was, was hij waarschijnlijk op een gegeven moment gewoon weggegaan. Duidelijke feedback, waar ik wel wat mee kan. Jurylid Maria Genova (o.a. komt een vrouw bij de hacker) gaf me nog mee: ‘Blijf schrijven, want je schrijft verder goed.’